Noorwegen.org / Noorwegen info & media

Noorwegen info & media

Het Noors petroleumfonds: een schat voor de toekomst

Het Noors petroleumfonds, officieel bekend als het Government Pension Fund Global, is een van de meest opvallende voorbeelden van hoe een land zijn natuurlijke rijkdommen slim beheert. Dit fonds, vaak simpelweg het oliefonds genoemd, speelt een cruciale rol in de economie van Noorwegen. Het is opgebouwd uit inkomsten uit de winning van olie en gas in de Noordzee, en dient als een spaarpot voor toekomstige generaties. In plaats van de opbrengsten direct uit te geven, investeert Noorwegen ze wereldwijd om duurzame welvaart te creëren. Dit maakt het fonds niet alleen een financieel instrument, maar ook een symbool van vooruitziend beleid in een land dat afhankelijk is van fossiele brandstoffen.

De oprichting van het fonds gaat terug tot de jaren zestig en zeventig, toen Noorwegen grote olievondsten deed in de Noordzee. De eerste commerciële olie werd in 1971 geproduceerd uit het Ekofisk-veld, wat een economische bloeiperiode inluidde. De Noorse regering besefte al vroeg dat deze rijkdom tijdelijk was en dat er een mechanisme nodig was om de inkomsten te beschermen tegen inflatie en overbesteding. In 1990 werd het fonds officieel opgericht door een wet in het parlement, de Storting. De eerste inleg vond plaats in 1996, en sindsdien is het gegroeid tot een kolos. Interessant is dat het fonds geïnspireerd is op ervaringen van andere olie-exporterende landen, zoals Nederland met zijn 'Dutch disease' – een term voor de negatieve effecten van een plotselinge rijkdom op de economie. Noorwegen wilde dit vermijden door de inkomsten te isoleren en te investeren in plaats van direct in de begroting op te nemen.

Hoe werkt het fonds precies? De inkomsten komen voornamelijk uit belastingen op olie- en gasbedrijven, dividenden van het staatsbedrijf Equinor (voorheen Statoil) en royalty's van de productie. Deze gelden worden overgemaakt aan het fonds, dat wordt beheerd door Norges Bank Investment Management, een afdeling van de centrale bank. Het fonds mag niet in Noorwegen zelf investeren om de lokale economie niet te oververhitten; in plaats daarvan gaat het geld naar internationale markten. De investeringen zijn divers: ongeveer 70 procent in aandelen, 25 procent in obligaties en de rest in vastgoed. Met posities in duizenden bedrijven wereldwijd, waaronder techgiganten als Apple en Microsoft, bezit het fonds gemiddeld 1,5 procent van alle beursgenoteerde aandelen ter wereld. Dit maakt Noorwegen indirect eigenaar van een klein stukje van de globale economie – een fascinerend gegeven dat illustreert hoe een klein land met vijf miljoen inwoners een grote speler is op het wereldtoneel.

Een uniek aspect van het fonds is de nadruk op ethische investeringen. Sinds 2004 hanteert het strenge richtlijnen, vastgesteld door een ethische raad. Bedrijven die betrokken zijn bij ernstige schendingen van mensenrechten, milieuschade of de productie van tabak, kernwapens en clusterbommen worden uitgesloten. Zo heeft het fonds zich teruggetrokken uit investeringen in walvisjachtbedrijven of ondernemingen die bijdragen aan ontbossing in de Amazone. Dit ethische kader is niet alleen een morele keuze, maar ook een strategische: het beschermt de reputatie van Noorwegen als een verantwoordelijke natie. In 2023 beheerde het fonds een vermogen van meer dan 1,5 biljoen dollar, wat neerkomt op ongeveer 300.000 dollar per inwoner. Dit enorme kapitaal helpt bij het financieren van pensioenen, gezondheidszorg en infrastructuur, zonder de staatsbegroting te belasten.

De impact van het fonds op Noorwegen is enorm. Het heeft bijgedragen aan een stabiele economie, lage werkloosheid en een hoog welvaartsniveau. Tijdens crises, zoals de financiële meltdown van 2008 of de coronapandemie, fungeerde het als buffer. Maar er zijn ook uitdagingen. Met de wereldwijde verschuiving naar duurzame energie moet Noorwegen nadenken over de toekomst van het fonds als de olie-inkomsten afnemen. De regering investeert steeds meer in groene technologieën en heeft beloofd het fonds klimaatneutraal te maken tegen 2050. Critici wijzen op de ironie: een fonds gefinancierd door fossiele brandstoffen dat nu moet bijdragen aan de groene transitie. Desondanks blijft het een model voor andere landen, zoals Saoedi-Arabië of Canada, die hun eigen soevereine fondsen opzetten.

Toekomstgericht kijkt het fonds naar nieuwe kansen, zoals investeringen in hernieuwbare energie en infrastructuurprojecten. Het heeft bijvoorbeeld belangen in windparken en zonne-energiebedrijven. Dit toont aan hoe Noorwegen zijn oliewelvaart omzet in een duurzame erfenis. Voor bezoekers aan Noorwegen is het fonds een onzichtbare kracht achter de moderne samenleving: van de schone straten in Oslo tot de investeringen in onderwijs en innovatie. Het petroleumfonds is meer dan een financieel vehikel; het is een les in verantwoordelijkheid en visie, die Noorwegen helpt om van een olie-afhankelijk land te evolueren naar een leider in duurzame ontwikkeling.


Onderwerpen: