Noorwegen info & media
Het Noorse oliefonds: een schat uit de Noordzee
Het Noorse oliefonds, officieel bekend als het Government Pension Fund Global, is een van de grootste sovereign wealth funds ter wereld. Dit fonds is opgebouwd uit de inkomsten uit de oliewinning in de Noordzee en dient als een spaarpot voor toekomstige generaties Noren. Met een waarde die vaak boven de biljoen Amerikaanse dollars uitstijgt, speelt het een cruciale rol in de economie van Noorwegen. Het fonds investeert wereldwijd in aandelen, obligaties en onroerend goed, en zorgt ervoor dat de welvaart uit niet-hernieuwbare bronnen duurzaam wordt beheerd. In dit artikel duiken we dieper in de oorsprong, werking en impact van dit unieke financiële instrument, dat Noorwegen heeft getransformeerd van een relatief arm land tot een van de rijkste naties per inwoner.
De geschiedenis van het oliefonds begint in de jaren zestig, toen Noorwegen olie ontdekte in de Noordzee. De eerste commerciële vondst was in 1969 bij het Ekofisk-veld, wat een keerpunt markeerde voor het land. In plaats van de olie-inkomsten direct uit te geven, koos de Noorse regering voor een voorzichtige aanpak. In 1990 werd het fonds opgericht door het Storting, het Noorse parlement, met als doel de inkomsten te sparen voor tijden van economische tegenspoed of wanneer de olie opraakt. De eerste storting vond plaats in 1996, en sindsdien is het fonds exponentieel gegroeid. Interessant is dat Noorwegen leerde van fouten van andere olieproducerende landen, zoals Nederland met zijn 'Dutch disease' – een term die verwijst naar economische problemen door overmatige afhankelijkheid van grondstoffen. Door het fonds te creëren, voorkwam Noorwegen inflatie en behield het de stabiliteit van de Noorse kroon.
Hoe werkt het oliefonds precies? Het wordt beheerd door Norges Bank Investment Management, een afdeling van de centrale bank in Oslo. De inkomsten komen voornamelijk uit belastingen op olie- en gasproductie, dividenden van het staatsbedrijf Equinor (voorheen Statoil) en licentiekosten. Jaarlijks mag de regering maximaal 3 procent van het fonds onttrekken om de staatsbegroting te financieren, een regel die bekendstaat als de 'handlingsregel'. Dit percentage is gebaseerd op het verwachte rendement en zorgt ervoor dat het fonds intact blijft voor de lange termijn. Het fonds investeert in meer dan 9.000 bedrijven wereldwijd, met een focus op diversificatie om risico's te spreiden. Bijvoorbeeld, het bezit aandelen in techgiganten als Apple en Microsoft, maar ook in vastgoed in steden als Londen en New York. Een opvallend detail is dat het fonds geen investeringen doet in Noorwegen zelf, om de binnenlandse economie niet te verstoren.
Ethiek speelt een prominente rol in de beleggingsstrategie van het oliefonds. Noorwegen heeft strenge richtlijnen ingevoerd om investeringen te vermijden in bedrijven die betrokken zijn bij wapenproductie, tabak, kinderarbeid of ernstige milieuschade. Een speciale ethische raad adviseert over uitsluitingen, en tot nu toe zijn honderden bedrijven van de lijst gehaald, waaronder enkele grote namen uit de kolen- en palmoliesector. Dit weerspiegelt de Noorse waarden van duurzaamheid en mensenrechten. Interessant genoeg heeft het fonds zich de laatste jaren steeds meer gericht op groene investeringen, zoals hernieuwbare energie, om de transitie van fossiele brandstoffen te ondersteunen. In 2020 bijvoorbeeld, trok het zich terug uit investeringen in olie-exploratiebedrijven, een stap die symbool staat voor Noorwegens dubbele rol als olieproducent en klimaatvoorvechter.
De impact van het oliefonds op Noorwegen is enorm. Het heeft bijgedragen aan een hoge levensstandaard, met uitstekende publieke diensten zoals gezondheidszorg en onderwijs. Zonder dit fonds zou de Noorse economie kwetsbaar zijn voor schommelingen in olieprijzen, zoals tijdens de crisis van 2014. Het fonds fungeert als een buffer en financiert pensioenen, vandaar de naam 'pensioenfonds'. Op globaal niveau is het een voorbeeld voor andere landen, zoals Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, die vergelijkbare fondsen hebben opgezet. Een fascinerend feit is dat elke Noor statistisch gezien miljonair is door het fonds; met een bevolking van ruim vijf miljoen mensen en een fonds van meer dan een biljoen dollar, komt dat neer op ongeveer 200.000 dollar per inwoner.
Toekomstperspectieven voor het oliefonds zijn veelbelovend maar uitdagend. Met de wereldwijde shift naar duurzame energie zal de olieproductie afnemen, waardoor het fonds nog crucialer wordt. De regering overweegt aanpassingen, zoals een hoger aandeel in private equity of infrastructuur. Tegelijkertijd moet het fonds omgaan met marktrisico's, zoals beurscrashes of geopolitieke spanningen. Noorwegen blijft innoveren, bijvoorbeeld door transparantie te bevorderen: alle investeringen zijn publiekelijk inzichtelijk via de website van Norges Bank. Dit fonds is niet alleen een financieel succesverhaal, maar ook een les in vooruitziend beleid, dat de natuurlijke rijkdommen van de Noordzee omzet in blijvende welvaart voor generaties.