Noorwegen info & media
Springar: de levendige traditie van Noorse volksdans
De springar is een van de meest dynamische en expressieve vormen van traditionele dans in Noorwegen. Deze dans, die zijn wortels heeft in de rijke volkscultuur van het land, kenmerkt zich door sprongen, draaien en ritmische bewegingen die de energie van de Noorse natuur en het leven op het platteland weerspiegelen. Vaak uitgevoerd in paren of groepen, combineert de springar fysieke behendigheid met muzikale improvisatie, wat het tot een geliefd onderdeel maakt van feesten, bruiloften en culturele festivals. In dit artikel duiken we diep in de geschiedenis, kenmerken en culturele betekenis van de springar, en ontdekken we waarom deze dans nog altijd een vitale rol speelt in de Noorse identiteit.
Oorsprong en historische ontwikkeling
De springar vindt zijn oorsprong in de middeleeuwen, toen dans een essentieel onderdeel was van sociale bijeenkomsten in Noorse dorpen. Historici geloven dat de dans evolueerde uit oudere Europese dansvormen, maar zich uniek ontwikkelde onder invloed van de Noorse landschappen en seizoensritmes. In regio's zoals Telemark en Hallingdal, waar bergen en valleien het dagelijks leven bepaalden, ontstonden variaties die de lokale identiteit weerspiegelden. De naam 'springar' komt van het Noorse woord voor 'springen', wat verwijst naar de kenmerkende sprongen die de dansers maken.
Tijdens de 19e eeuw, in de periode van nationale romantiek, kreeg de springar een impuls door de inspanningen van folkloristen en muzikanten. Figuren zoals Lindeman, een bekende verzamelaar van volksmuziek, documenteerden talloze melodieën en danspatronen. Dit leidde tot een standaardisatie, hoewel regionale verschillen behouden bleven. In die tijd werd de dans ook gebruikt als symbool van Noorse onafhankelijkheid, vooral na de unie met Denemarken en Zweden. Archieven uit die periode beschrijven hoe boeren en herders de springar dansten tijdens midsommarfeesten, waarbij de bewegingen de veerkracht van het volk uitdrukten.
Interessant is dat de springar niet alleen een recreatieve activiteit was, maar ook een manier om verhalen te vertellen. Dansers improviseerden vaak op basis van lokale legendes, zoals die over trollen of berggeesten, wat de dans verbond met de Noorse mythologie. Door de eeuwen heen overleefde de springar industrialisatie en urbanisatie, mede dankzij orale overlevering en later door opnames en films.
Kenmerken en dansstijl
De springar is een dans in driekwartsmaat, wat hem een walsachtig ritme geeft, maar met een veel levendigere uitvoering dan een standaard wals. De basisbewegingen omvatten sprongen (vandaar de naam), draaien, stampen en complexe voetwerkpatronen. Mannen en vrouwen dansen vaak in paren, waarbij de man leidt met krachtige, acrobatische elementen, terwijl de vrouw gracieuze draaien en balansoefeningen toevoegt. Een typische springar duurt enkele minuten, maar kan verlengd worden door improvisatie.
Wat de springar onderscheidt, is de asymmetrische ritmiek. In tegenstelling tot symmetrische dansen, heeft de springar een 'hinkend' ritme, waarbij de eerste tel langer is dan de andere twee. Dit creëert een gevoel van spanning en ontlading, wat dansers uitdaagt om hun evenwicht en timing perfect te beheersen. Kleding speelt ook een rol: traditionele bunad, de Noorse volkskostuums, worden vaak gedragen, met zilveren sieraden die rinkelen bij elke sprong.
Beginnende dansers leren de springar via basisstappen zoals de 'hoppsa' (een lichte sprong) en de 'dreiesving' (draaiende wending). Gevorderden voegen acrobatische elementen toe, zoals hoge kicks of zelfs handstanden in varianten zoals de halling, een solodans die verwant is aan de springar. Veiligheid is belangrijk; door de intensiteit kunnen blessures ontstaan, dus instructeurs benadrukken warming-ups en juiste techniek.
Regionale variaties
Noorwegen kent diverse regionale stijlen van de springar, elk met unieke kenmerken. In Telemark, bekend om zijn steile valleien, is de springar elegant en gedetailleerd, met nadruk op voetwerk en balans. Hier wordt vaak gedanst op melodieën van de hardingfele, een viool met extra snaren die een resonerend geluid produceert. De Telemark-springar includes elementen zoals de 'laus' (losse, vrije bewegingen), wat improvisatie aanmoedigt.
In Hallingdal daarentegen is de springar robuuster en atletischer, geïnspireerd door de ruige bergen. De halling, een solovariant, bevat spectaculaire sprongen waarbij de danser probeert een hoed van een stok te schoppen, hoog boven het hoofd. Deze versie dateert uit de 18e eeuw en werd oorspronkelijk uitgevoerd door jonge mannen om hun kracht te tonen, vaak als onderdeel van hofmakerij.
Andere regio's, zoals Gudbrandsdal en Røros, hebben hun eigen twists. In Gudbrandsdal is de springar meer gemeenschapsgericht, met groepsformaties, terwijl in Røros de dans invloeden toont van Sami-cultuur, met ritmes die echoën van rendierhoeven. Deze variaties illustreren hoe de springar zich aanpaste aan lokale omstandigheden, van kustgebieden tot fjorden.
Muzikale begeleiding
De springar wordt traditioneel begeleid door volksmuziek, met instrumenten zoals de hardingfele en de accordeon. De hardingfele, met zijn sympathische snaren, produceert een rijk, galmend geluid dat perfect past bij de dansritmes. Melodieën zijn vaak asymmetrisch, met versieringen (slurs) die de muzikant ruimte geven voor expressie.
Componisten zoals Edvard Grieg incorporeerden springar-motieven in klassieke werken, zoals in zijn 'Noorse dansen'. Tegenwoordig mixen moderne bands folk met rock of elektronica, wat de springar toegankelijk maakt voor jongere generaties. Festivals zoals het Landskappleik tonen live uitvoeringen, waar muzikanten en dansers wedstrijden houden.
Culturele betekenis en moderne relevantie
De springar is meer dan een dans; het is een symbool van Noorse erfgoed en gemeenschapszin. In een tijd van globalisering helpt het behouden van zulke tradities om culturele identiteit te versterken. Scholen en clubs bieden lessen aan, en organisaties zoals de Noregs Ungdomslag promoten de dans onder jongeren.
Op internationale podia, zoals bij de Olympische Spelen of culturele uitwisselingen, vertegenwoordigt de springar Noorwegen. Toeristen kunnen workshops volgen in plaatsen zoals Oslo of Bergen, waar ze de dans ervaren als een venster op de Noorse ziel. Recente studies tonen aan dat deelname aan volksdansen zoals de springar bijdraagt aan fysieke gezondheid en mentale welzijn, door de combinatie van beweging en sociale interactie.
Toch staan uitdagingen voor de deur. Verstedelijking dreigt tradities te doen vervagen, maar initiatieven zoals digitale archieven en online tutorials houden de springar levend. Artiesten experimenteren met fusies, zoals springar met hiphop, om het relevant te houden.
Conclusie
De springar belichaamt de vreugde, veerkracht en creativiteit van het Noorse volk. Van zijn historische wortels tot hedendaagse interpretaties blijft deze dans een brug tussen verleden en heden. Of je nu een toeschouwer bent bij een festival of zelf de sprongen waagt, de springar biedt een unieke inkijk in de ziel van Noorwegen. Voor wie dieper wil duiken, zijn er boeken, video's en lokale clubs beschikbaar om deze traditie te verkennen en te beleven.